Najaarstocht door Baskenland

Een pelgrimage naar het Oosten

Periode: 20/9-30/9 2009

Kaart:
Carte de randonnées 1 schaal 1:50000
-Pays Basque Ouest
Carte de randonnées 2 schaal 1:50000
-Pays Basque Est
Carte de randonnées 3 schaal 1:50000
-Béarn

Ik blijf iets hebben met de Pyreneeën.
Meestal toch wel ergens gelinkt met het HRP traject.
Baskenland is om wat voor reden ook tot nu steeds in de kast blijven liggen.
Het moest er dan toch maar eens van komen.
In de loop van het jaar was er een reactie van Ton Joosten zelf boven water komen drijven die verwees naar mensen die pretenderen de HRP gelopen te hebben maar op plekken zijn geweest die weinig met deze route te maken hebben. Om meer dan een reden voelde ik mij persoonlijk aangesproken.
Waarom mij nu eens niet aan het voorgestelde traject houden.
Zijn recent uitgekomen [url=http://www.pyreneeen-online.com/pages/page_12pag.html]gids[/url] als handleiding.
Anders dan vorige langere tochten had ik mij voorgenomen om uitzonderlijk een uitnodiging te plaatsen op hiking-info.net voor een wandelmaat. Mijn manier om een bijdrage te leveren aan de hiking-gemeenschap.
Eentje, luisterend naar de naam Jannick stond op en ging de uitdaging aan om 10 dagen met iemand onderweg te zijn die in leeftijd zijn vader had kunnen zijn.
Hij prepareerde de dagen voor vertrek heel zorgvuldig zijn rugzak en stond me reeds op te wachten in Brussel zuid.


Dag 1: Hendaye- Col Gonmendia

Wat een verrassing dat we in de restauratiewagen van de TGV nog metrotickets konden kopen.
Meer dan eens waren ze uitverkocht wat het vervolg soms erg stress-vol maakte als er maar weinig tijd was om de verbinding tussen de twee stations te maken, de loketten gesloten en de rijen voor de automaten lang.
Erg [url=http://www.seat61.com/Paris-metro.htm]vlot[/url] van Gare du Nord naar Gare Austerlitz. Opvallend veel rugzakken met een Sint-Jacobs schelp als versiering.
Dan in een volle slaapwagon naar het zuiden.
Ik moet de volgende keer toch maar eens een voorkeur aanvinken bij de bestelling van de tickets want steevast kiezen ze voor mij een plek in de nok.
De laatste kilometers tot Hendaye ging het tergend traag. Ongeduldig als we waren stonden we meer dan een kwartier in het halletje te wachten tot de trein halt zou houden, de deuren open, en we onze eerste stappen konden zetten.
Ontbijten deden we in het station. De waterflessen nog eens gevuld bij de toiletten om dan tegen 8 uur de markeringen van de GR 10 op te gaan zoeken. We doen maar een deel van de oversteek en daarom hebben we het nagelaten om symbolisch onze voeten in de Atlantische oceaan te steken.
Een mistig begin was het. De eerste pottoks kwamen we tegen richting col d’Osin. Bij grenspaal 8 haalden we een groep wandelaars in, die we al een tijdje in het vizier hadden. Blijkbaar hebben we alvast een goede periode uitgekozen want enkele dagen geleden is er plaatselijk zoveel water gevallen als normaal in één jaar. Ik herinner me dat er zelfs beelden van waren in het eigen journaal.
Wat een potjeskermis in de aanloop naar Col d’Ibardin.
Ik vraag me af wat de mensen hier komen zoeken.
Vreemd was de uitleg bij een van de eettenten dat er momenteel geen drinkbaar water uit hun kraan kwam.
Bij een picknickplaats met jagershut vulden we onze drinkbussen hielden we een korte pauze. Schriftelijk verbod om er te overnachten of de tent op te zetten. De poort wel op een kier gelaten als de weersomstandigheden niet veilig meer waren.
Dan begon de lange weg richting La Rhune.
Naarmate we hoger kwamen begonnen de wolken ons te omhullen. Grenspaal 25 zonder problemen kunnen bereiken maar dan zijn we het spoor richting 26 bijster geraakt. Nu zou de meegenomen GPS zou ons nu uit de nood gaan helpen. Hij bleek echter onvindbaar (enkel maar vandaag want bij een grondige verkenning ’s avonds zat hij toch ergens tussen de rest van mijn materiaal) waardoor we gedoemd waren om een beetje onze eigen weg te zoeken. Iets lager kon het landschap terug gelezen worden. De asfaltweg over Col de Lizuniaga diep onder ons maar geen enkele route die deze richting uit ging. De meeste markeringen dwarsten de hellingen van La Rhune waardoor we steeds verder van Lizuniaga kwamen en maar amper lager geraakten.



We besloten toen maar om zelf onze weg te zoeken door ongebaand naar beneden te gaan. Na wat schermutselingen met de vegetatie kwamen we eindelijk een duidelijk pad tegen dat naar Col Gonmendia ging. De aanblik van het groene grasveld voor de vervallen jagershut, het geluid van stromend water en ik was direct verkocht. Dit werd onze eerste bivakplek. Jannick leek mij maar schoorvoetend te volgen in dit enthousiasme. Hij had zo zijn twijfels over de kwaliteit van het (drink)water. Een passant wist hem te overtuigen van zijn drinkbaarheid.
Later op de avond werd het relatief druk bij deze col. Een groepje jagers kwam er hun schiettenten camoufleren met varens uit de omgeving. Nog even wachten en ze beleven hier hun “hoogdagen”.
Ik heb het zo niet met jagers. Teveel berichten gelezen dat sommigen durven te schieten op alles wat beweegt, beschermd of niet.
Nog een constatatie: iedereen rijdt hier in een 4x4 auto.
Hier spat de modder en vliegt het gras vanonder hun wielen.



Dag 2: Col Gonmendia-Azpilkueta

Een feeërieke ochtend, lopend in een herfstig landschap waar doorheen de mist de opkomende zon zijn plaats poogde te heroveren.
Col de Lizuniaga en de omgeving van het hostal restaurante Linuziaga vond ik maar een troosteloze plek om de tent op te slaan. Blij voor onze keuze van gisterenavond. Het fonteintje langs de weg gaf geen water meer. De toevoerkraan was afgebroken en met geen mogelijkheid open te krijgen. Er kwamen nog wel enkele druppels uit maar dan zou het uren duren eer de flessen volgedruppeld zouden zijn.
Nog maar amper onderweg richting Col de Lizarrieta en we hoorden al het geklater van vallend water. Toch vreemd dat de gids geen melding maakt van deze fontein.
Eenmaal bij col de Lizarrieta waren we verlost van de mist en werden we getrakteerd op een mooie doorkijk naar het noorden waar de dalen nog onder een dikke mist verscholen lagen. Er stonden enkele verrekijkers opgesteld naast een standje dat uitleg gaf over de vogeltrek over de uitlopers van de Pyreneeën. Meer dan bizar op een plek waar bijna om de honderd meter een camouflagehut staat om overstekend gevogelte neer te leggen.
Mooi lopen zo op de grens. Nogal wat rood/wit markeringen met zijn verschillende varianten.
Er is blijkbaar meer dan een weg naar Elizondo.
Nog minstens een fontein tegengekomen voor we col de Nabarlatz bereiken.
Eenmaal terug in Spanje was het gewoon GR11 lopen over een ondergrond die rijk aan fossielen is. Al wandelend zag ik geregeld afdrukken van schelpen en andere zeedieren op stukken steen naast de weg.
Ik kon me ook geen voorstelling maken waarom we in deze hoek zoveel bunkers tegen kwamen.
Op eentje was er 1946 gekerfd in het nog toen nog natte cement.
Wie moest toen wie in de gaten houden?
Alvast geen trekvogels.



Waren gisteren de bramen de vruchten van de herfst dan maakten vandaag de kastanjebomen hun entree. Even nog wat verwarring bij Col Bagacheta maar toen we eenmaal bij die kleine graat waren ging het verder enkel nog maar naar beneden richting Azpilkueta.
Knus dorpje trouwens.
Na het vullen van de flessen aan de fontein midden in het dorp was het tijd om een overnachtingsplek te zoeken.
Les Aldudes laten we tot morgen liggen.
Volgens de kaart zou het relatief vlak zijn bij een beek, noord-oostelijk van het dorp.
Het bleek een goede keuze. Onze tent staat nu opgesteld aan een vervallen watermolen.
Nog net genoeg zonlicht gehad om de tent terug droog te krijgen.

Dag 3: Azpilkueta-Les Aldudes

Het was een heldere nacht, de condens tegen de binnenkant van de tent eerder beperkt gebleven.
We hebben beiden een akto tent bij. De binnententen hebben we thuis gelaten. Voor mij een tussenstap om de volgende keer echt te gaan tarpen. Al vind ik dat een ontmantelde akto het tarpgevoel heel goed weet te benaderen. Met open deur is het uitzicht naar buiten gigantisch.
Bij gebrek aan informatie over mogelijke waterpunten in Arizkun zijn we ons eerst terug gaan bevoorraden in Azpilkueta. Onnodig omdat in het centrum van Arizkun ook verschillende fonteintjes bleken te zijn.
Even liep het toch weer fout in de NO hoek van Arizkun. “turn right and follow a small concrete road (white-Yellow Marks)”.
Was de toevoeging “white-Yellow” achterwegen gebleven zou er niets aan de hand zijn geweest.
Ja, er was een wit gele markering maar die stond mooi in kruis getekend. Voor mij een signaal dat we hier niet moet zijn en dus werden de wit gele markeringen gevolgd die verderop ook even naar rechts afbogen.
Ach, globaal gezien heeft het maar voor een klein oponthoud gezorgd.
Weinig moeite gehad om Burga te bereiken maar helaas voor uitzichten was mist de grote spelbreker.



Hij zorgde wel voor die bijna mystieke sfeer in dit bos, waar door de natuur getormenteerde beuken zich in de meest grillige vormen lieten zien.
Onderweg enkele cromlechs tegen gekomen om dan niet zonder moeite Col de Berdaritz te bereiken. Voor dit laatste zorgde een verkeerde interpretatie van de tekst maar ach, met coördinaten 626996/4774463 en een GPS zochten we zelf onze weg door het bos.
Les Aldudes liet zich al van ver zien. Het laatste deel steil naar beneden over een asfaltbaan.
In het dorp informeerden we ons bij een inwoner waar we water konden tappen (centrum dorp, rechts naast/onder de weg net voor je de D948 bereikt) en waar we onze tent konden opzetten.
Hij verwees ons naar het plaatselijke supermarktje, tevens benzinestation om te vragen of er daar iets te regelen viel. Na een telefoontje met de baas kregen we van de winkeljuf te horen dat we ons op het grasveldje konden zetten en dat we water mochten gebruiken uit een bijgebouwtje. Het lijkt erop dat hier vroeger een kleine camping moet zijn geweest. Waarom zouden er anders drie wastafels zijn?
Een WC was er echter niet.
Ik kocht me als compensatie voor de overnachtingsplek een flesje Baskisch bier en een tomaat.
Aan het installeren van mijn slaapplek begon ik pas nadat beiden waren binnengewerkt.
Een lege maag, dus dat bier steeg nogal snel naar mijn hoofd.



Sinds gisteren gebruik ik mijn kookpotje enkel nog om water te koken. Ik hou de verpakkingen van mijn buitensportvoeding bij en gebruik ze een tweede keer om mijn soep in klaar te maken.
Standaard met extra couscous om zijn voedingswaarde nog wat te verhogen. Een andere kleine verandering is de overstap op gedroogde gemalen biefstuk ipv de repels beef jerkey.
Eiwit dat een de soep wordt gekieperd.
Erg gemakkelijk af te meten.
3 scheppen met de lepel
30 gram per soepje.
Ik zie door het dal een bus met schoolgaande jeugd rijden. Heel waarschijnlijk zal hij ook andere reizigers meenemen.
Iets om te onthouden.

Dag 4: Les Aldudes-Roncevalles

’s Nachts trok de lucht mooi open. Ondanks de open deur condenseerde heel wat waterdamp tegen het binnenzeil.
Een mooi begin van de dag als we naar col de Lepeder klimmen.
Uitkijkend over Baskenland onder de laaghangende wolken. Een eind voor col de Mizpira komen we nog een drinkbak tegen die gevoed wordt door een flinke straal water. De bak bij col de Mizpira staat echter droog.
We klimmen naar Errola waar we in de afdaling een groepje gieren storen. Een na een kiezen ze het luchtruim. Enkele flinkerds blijven zitten tot je ze haast in de ogen kan kijken. Als de laatste zich in beweging heeft gezet begint de kudde schapen in de buurt te migreren voorbij de pleisterplek van het gevogelte, naar de andere kant van de berg. Het idee dat dit toch enige terughoudendheid/respect verraad voor hun opruimers.



Tussen Col de Méharroztéguy en Redoute de Lindux zijn er nog 3 waterbevooradingspunten en ook evenveel plaatsen om evt de tent op te zetten. Helaas moeten we ook de confrontatie aangaan met het asfalt, veel asfalt.
Redoute de Lindux is met zijn 1220 m het hoogste punt van de dag. Er lijkt ooit een constructie op deze berg te hebben gestaan. Tenminste het idee dat er een gracht rondom het hoogste punt moet zijn geweest. Vanaf de top turen verschillende vogelspotters de omgeving af. Er worden aantekeningen gemaakt. Wat een schril contrast met al die schuilhutten her en der in het landschap.
Ronduit vervelend stappen was het tussen Col de Lindux en Col de Roncevaux.
Breed bospad zonder dat er een flikker te zien was.
Archeologen waren opgravingen aan het doen bij de kapel, amper één meter van de rand van de weg. Voor mij was het duidelijk dat ze hier met veel geduld een geraamte bloot legden. In het veld zag ik nog meer proefsleuven.
Het fijne van de zaak zal ik echter nooit te weten komen.
Net voor Roncevalles hebben we onze tent opgezet op een plek die zeker niet een schoonheidsprijs gaat krijgen maar ja, doorheen de jaren geraakt een mens erg verwend en wordt hij wat ‘veeleisender’.
Vanaf onze bivakplek kijken we op de torens van de abdij.
Er zijn grootse werken bezig.
In zijn schaduw zet ik mij even in mijn blootje voor een uitbundige wasbeurt van lijf en leden.
Nog tal van pelgrims komen voorbij eer de avond definitief valt.
Deze avond eten ze forel vertelt de gids.
“Menu Unique”

Dag 5: Roncevalles-Egurgui

In de klim naar Col Lepoeder merk ik dat het landschap meer en meer herfstkleur begint te krijgen. Ondanks het asfalt is het prettig lopen in de ochtendzon waar mistbanken de sfeer nog eens verhogen.



Al snel komen we opnieuw pelgrims tegen. Geeneen ziet eruit alsof hij de nacht in een tent heeft doorgebracht. Gezien het vroege uur zal ergens tegen de grens hun auto staan. Haast om de 50 meter staat er een gigantische paal die de route naar Roncevalles aanwijst. Op een zijde is het noodnummer 112 ingefreesd.
Bij fontaine de Roland een korte pauze gehouden. We zijn er niet de enigen. Frans, Engels en Duits wordt er gesproken.
Urculu, met zijn romeinse restanten wat ooit een toren moet zijn geweest, daar kan niet naast worden gekeken. Vanaf col d’Arnosteguy loopt er een klein circuit naar deze top.
Onderweg komen we nog enkele cromlechs tegen.
We volgen een korte tijd de GR12.. Beetje vreemd manoever gedaan op het laatste stuk voor we de verharde weg bereiken die ons naar Col d’Orgambidé moet leiden. Het lijkt me niet nodig om rechts naar de bodem van de vallei te lopen. Gewoon door lopen over het gemarkeerde pad om iets voor de pas de verharde weg te bereiken. Dit is zeker in afwijking van de gids geen ‘dirt road’ meer maar een (inmiddels?) echte asfalt/beton baan.
Nog voor de col onze middagpauze gehouden en inmiddels bijna standaard, de tent opgezet, slaapzak open om alles terug mooi droog te krijgen. Tegen de grens zag het er te somber uit en speelde de zon constant verstoppertje met een grijs wolkenpak.
Het mooiste stuk van de dag werd tot het einde bewaard. Zo goed als ongebaande naar pont de Chubigna om dan via een smalle vallei in zig zag naar Col d’Errozaté te lopen.



Hier en daar nog een vage wit rood markering.
In de klim nog een gedenksteen voor vijf mensen die hier op tien februari 2000 overleden zijn.
Ik denk direct aan een ongeval samenhangend met de winter maar het bleek na opzoekingswerk achteraf te gaan over groepje wandelaars die verrast zijn geweest door een brand
Iets na grenssteen 224 zetten we onze tent op. In een klein intiem valleitje om te bekomen van een al bij al redelijk gemakkelijke dag.
Crête d’Urkulu staat ginder al op ons te wachten, maar dat is het verhaal voor morgen.

Dag 6: Egurgui-herdershut bij ruisseau d’Orgambidesca

Een ochtend die ons weeral tal van mooie prentjes op het netvlies projecteerde. We lopen nog even door het dalletje om dan bij een boerderij verder over de geasfalteerde weg te lopen. Tal van goede bivakplaatsen beneden in het dal, aan de voet van de klim.
We lopen boven de linkerflank van een klein valleitje richting col. Tijdens het laatste stuk zochten we het laagste punt van dit valleitje opnieuw op om tegen het einde terug de linker flank op te trekken en zo een steil stuk te omzeilen.
Het maakt volgens mij niet zoveel verschil om al vanaf de verharde weg via de bodem van het valleitje in oostelijke richting te lopen richting col die noordelijk van het 1249m punt ligt.
Het wolkenspel tegen de achtergrond van herfstige kleuren zorgden voor een nooit vervelende film. We gaan er een tijdje voor zitten.



Dan lopen we over een spoor links van de crête naar zijn oostkant van deze bergrug. Hier is een mooi vlakke bergweide waar het niet slecht toeven moet zijn na een dag van hard labeur. Nadeel, er is geen drinkbaar water..
We kunnen ons nu op de sommet d’Occabe gaan richten. Niet via een korte steile route die er volgens de kaart moet bestaan maar over een geleidelijk klimmend pad dat eerst in noordelijke richting gaat om dan een scherpe bocht in ZO richting te maken.
Sommet d’Occabe is zo’n top waar men sinds mensenheugenis toe werd aangetrokken, getuigen hiervan de verschillende cromlechs op het plateau.
We stuiten op de markeringen van de GR10 die hier voor de verandering niet in kleur zijn aangebracht maar waar “GR10” mooi in steen staat uitgebeiteld.
Het wordt een stuk drukker in forêt d’Iraty waar mensen met een mandje op zoek zijn naar bospaddenstoelen.
Bij een grote parking, voorbij chalet Pedro staan er massaal veel campers en is er een onbemande schuilhut waar we onze drinkbussen vullen bij de wastafels in de douche- en WC ruimte (waarschijnlijk opgetrokken voor de gebruikers van de camper camping)
Eenmaal in Iraty informeren we naar het weer en vullen voor de laatste keer onze drinkbussen bij de toiletten naast het informatiebureautje. Relatief weinig wind voorspeld voor morgen dus kunnen we gewoon over pic d’Orhy onze weg verder zetten.
We lopen nog wat verder in de hoop ergens een plek te vinden waar we de tent kunnen neerpoten. Onderweg komen we een bronnetje tegen dat een drinkbak voor vee vult maar de grond rondom is er niet erg vlak.
Dus nog een eindje door tot we bij een halfverharde weg op een herdershut stuiten. Ons oog valt direct op het buitenkraantje en we besluiten om hier te landen na eerst gecontroleerd te hebben of er wel degelijk water uit de kraan komt. Dit vriendelijk willen vragen maar er is niemand thuis.
We hebben ons op een plateautje, een eindje boven de hut neergezet. Verderop, naast de weg, drie betonbakken die via een vlottersysteem steeds met water gevuld blijven. Ik ga ervan uit dat vanaf hier de hut wordt bediend. De betonnen deksels zijn gemakkelijk te verwijderen mocht je om water verlegen zitten. (Al vraag ik mij af of in de winter niet alle stoppen worden uitgetrokken om te vermijden dat de bakken bij vorst zouden barsten.)



Dag 7: herdershut-cabane d’Ardané 

Hoewel er ook over het hoogste punt gelopen kan worden, loopt onze route langs de oostkant van de bergrug om aan te sluiten op Crête de Millagate. De jagershut op onze weg is gesloten maar via het sleutelgat zie ik dat ze vanbinnen in een uitstekende staat is. Tafels, stoelen en zelfs een gasfornuis. In de klim naar Crête de Zazpigai verstoren we een grote groep gieren die zich verzameld hebben rond een kadaver. Ze kiezen allemaal het luchtruim en wachten hoog in de
 lucht tot we verdwenen zijn. Naarmate we hoger klimmen wordt het duidelijk dat we straks met mist opgezadeld zullen worden.



Bij de laatste camouflagehutten komen we naast groene ook recentere oranje tekens tegen die ons doorheen het moeilijkste stuk leiden. Moest er nogal veel lucht links en rechts zijn op de graat dan hebben we daar weinig van gemerkt. Ik kan me voorstellen dat je hier best niet komt als het stormt. Een plek waar je soms handen en voeten moet gebruiken.
Nog even gehoopt dat het weer zou opklaren maar Pic d’Orhy blijkt een echte wolkenmachine te zijn. Flink wat wind in de afdaling naar Port de Larrau. Deze avond kunnen we waarschijnlijk in een cabane slapen en daarom stellen we de tent nog even op zodat ze kan drogen.
Het vervolg is niet zo moeilijk. Een tijdje links van een draad gelopen die de grens volgt. Over een rood/wit markering die verderop afwijkt en terug Spanje in duikt. Waar de omheining ophoudt zijn de markeringen terug maar niet voor lang want nog een eind voor de top van Gaztarrigaina blijken ze opnieuw spoorloos.
Er loopt duidelijk ook een route langs de zuidkant van deze top. Wij blijven gewoon het hoogste punt van deze bergrug volgen zoals voorgesteld in de gids om dan na een tijd uit te komen bij grenspaal 242. De gids zegt dan “pas the top on its south side and go down on the ridge”. Toch even stilgestaan wat met dit manoever bedoeld zou zijn. Soit.
Daarna in noordelijke richting geheel volgens het boekje tot de halfverharde weg die ons naar Cabane d’Ardané brengt. We lopen niet tot de afslag naar de herdershut maar maken een afsteker. De koeien rondom de hut maken plaats.
Later op de avond krijgen we bezoek. Een man en een vrouw die in etappes de HRP in omgekeerde richting lopen. Het verhaal zei me iets en ook het hoofd van de man kwam me bekend voor. Ik was hem al eens tegengekomen op het forum van http://www.pyrenees-team.com/forumpteam/
waar hij zich in zijn profiel associeert met "Grote smurf".
De gelijkenis is treffend. We wisselen nog wat gegevens uit. Hij lijkt me een Veron aanhanger te zijn.
Ik wijs hem de weg naar de bron die vanaf de cabane gezien op de rechteroever ligt. Ik blijf iets langer dan normaal nog even buiten rondhangen.Voor het eerst geen opkomende mist bij ondergaande zon. De heuvels van baskenland zijn achter de rug. Het wordt er alleen maar ‘schoner’ op
Was ik voor volgend jaar Scandinavië naar voor aan het schuiven begin ik toch weer te twijfelen.
Grote smurf snurkt zich doorheen de nacht.

Dag 8: cabane d’Ardané-source de Marmitou

Hadden we iedere ochtend zelf een ijzeren discipline om ons uit de slaapzak te hijsen, grote smurf deed het nog beter. Om 6 uur uit de veren om bij het eerst licht op pad te gaan. Hij wil vandaag tot Iraty geraken waar ze zullen overnachten.
Helder weer. Hij zal wel van het uitzicht kunnen genieten in zijn weg naar Pic d’Orhy.
Bij port de Larrau stond er gisteren een waarschuwing dat er tussen 1 en 10 oktober geschoten gaat worden vanuit de verschillende camouflage hutten. Zijn het niet de wolken dan loopt hij waarschijnlijk wel door kruitdampen.



Onderweg naar col Uthu zagen we dat de koeien al terug hun plek hadden opgezocht bij de cabane.
Het was ontspannen wandelen over de grens. Het weer was uitstekend en we hoefden niet erg aandachtig te zijn om op het juiste spoor te blijven. De wandelgids gaf weinig zekerheden of we onderweg nog wel water zouden vinden. Vermits de rugzak toch al bijna leeg was nam ik 5 liter mee. In ons achterhoofd lieten we de mogelijkheid open dat we, om de overblijvende toch wat evenrediger te verdelen, ergens binnen Arres d’Anies onze tenten zouden opstellen
Onderweg nog enkele wandelaars tegengekomen die op weg waren naar de Katxela maar verder niemand gezien.
Het stroompje voorbij col d’Ourdayté gaf nog verrassend veel water.
De asfaltweg is helemaal vernieuwd. Ook de parking van Refuge de Belagua heeft een nieuwe laag gekregen. Niet dat de hut snel open zal gaan want het ziet er allemaal erg onderkomen uit.
Eerder om zo het overschot aan asfalt weg te kunnen werken.
In de garage staat een kapitaal aan accu’s te verkommeren. Waarschijnlijk om de stroom op te slaan die het windmolentje op het dak leverde in betere tijden. Ook nu zijn het weer de gr markeringen die ons de weg tonen. We lopen nu op een deel van de gr 12.
Eerst door een koel en vochtig beukenbos om dan doorheen het veel droge Arres d’Anies onze weg te zoeken. Hier en daar de droomplek voor een bivak die naast een mooie omgeving waarschijnlijk ook nog een hoog potentieel aan rust zou garanderen.



Onderweg nog eens de GPS boven gehaald. Niet om te zien of we nog op de route zaten (de markeringen wit/rood en de oudere gele markeringen zijn goede bakens doorheen dit doolhof) maar om ons een idee te geven hoelang nog tot de col. De benen werden al wat zwaar.
Col d’Arries liet zich sneller zien dan verwacht. Mooie vlakke met gras begroeide col en een kleine waterplas.



Nog een korte afdaling richting source de Marmitou waar er meer dan genoeg plaats was voor de tenten.

Dag 9: source de Marmitou-Lescun

Deze morgen voor het eerst een tent zonder condens. De voorbije ochtenden was het opletten om niet met het hoofd tegen het zeil te vegen. De oppervlakte spanning van de kleine druppels breekt dan, ze beginnen zich te verzamelen en als ze niet naar beneden rollen vallen ze als druppels naar beneden.
In de afdaling naar Lescun was een jacht bezig. Enkele honden werden de hellingen opgestuurd om het wild op te jagen.
Onvermoeibaar, reagerend op de stem schuimde ze de ganse helling af.



Het deed deze vleesetende mens beschouwingen maken over het ethische gehalte van de verschillende slacht/jacht methodes.
Er zijn de vestmesterijen tot er ‘geoogst’ gaat worden.
Waar het vee aanhankelijk en afhankelijk is gemaakt door voedsel.
Geen kans om te ontsnappen.
Er is het afschieten tijdens de, door de genen ‘geprogrammeerde’ trek over de bergen.
De verschillende linies op de kammen reduceren de kansen op een veilige oversteek sterk.
Een antwoord op de beginvraag heb ik in het midden gelaten.
Woensdag: visdag, ook in Lescun.
De mazen van het net waren net niet groot genoeg.
Het moet zowat de vierde keer zijn dat ik door dit charmante dorp passeer.



Bij de Tabac shop drinken we een biertje en bij de groentewinkel informeren we ons over de busuren naar Oloron st-Marie.
De camping van Lescun lag er reeds verlaten bij. In winterslaap vanaf 1 oktober vertelde hun web site.
De camping van Oloron sloot vandaag om 10 uur ook hun seizoen af zodat we een overnachting regelden in Le Bialé
Het office de tourisme dat in een statig gebouw huist was hierbij erg behulpzaam.
Twaalf euro per persoon voor een twee persoonskamer. Voor die prijs ga ik nu eens niet in het stadsparkje gaan slapen
We slenterden nog wat door het dorp dat ook op de pelgrimage route naar Compostella ligt, gaan een hapje eten en kaarten nog wat na. Liep het de eerste dag wat moeilijk, snel daarna hebben we samen een kadans gevonden tot de eindmeet.
Waar de prestatie ondergeschikt werd aan het ritme.
Mijn wandelmaatje koopt zich in Pau nog een stel nieuwe kaarten van het meer oostelijk gelegen gebied. Hij kan al beginnen dromen over een mogelijk vervolg.

Was het de moeite waard?
De avontuurlijk ingestelde wandelaar met enige ervaring zit mogelijk met gemengde gevoelens opgezadeld over dit traject. Ik had het onderweg ook een beetje. Te lang over asfalt of brede boswegen maakt dat je het gevoel hebt dat je teveel over platgetreden paden loopt.
Na een tijd begon ik dit aspect meer en meer te accepteren en nam Baskenland voor wat het was.
Wil je de HRP lopen dan hoort dit stuk er gewoon bij….en voor zover ik het heb geproefd:
Baskenland heeft het zijn eigen identiteit.
Zichtbaar in de niet uit te spreken plaatsnamen.
Zijn toegankelijkheid waarbij de herder wel met zijn auto tot bij zijn “hut” geraakt.
De potoks tegen de groene hellingen.
Waar varens worden gemaaid en gedroogd.
De mistbanken die doorheen het groene soms erg natte landschap drijven of mistbanken die je gans durven omhullen.
Uren, dagen lang.
De kolonies gieren.
De schiettenten op de kammen. Je kan er voor of tegen zijn maar ze maken een wezenlijk onderdeel uit.
De pelgrimage die meer dan op andere plaatsen nadrukkelijk zichtbaar is.
Het is een wandeling in lijn die ook progressief meer inspanning vraagt en aan intensiteit wint.
Daarom kan ze voor een beginnend wandelaar een goede leerschool zijn om tegen dat hij Lescun bereikt, de verwondering over dit gebergte zo groot is geworden, de vaardigheden uitgebreid, dat hij besluit, dit of volgende jaar, gewoon verder te trekken.

Iets over de gids die we hadden meegenomen:
Het moet een extra inspanning hebben gevraagd om tijdens het lopen van de tocht ook nog eens een hoop informatie bij te houden over de route, plaatselijk informatie in te winnen. Dit alleen al verdient een pluim.
De GPS waypoints zijn een flinke meerwaarde voor deze gids.
Al had ik graag gezien dat minstens één keer de volledige coördinaat werd doorgegeven. Op de nieuwe gps compatibele kaarten vind je wel de juiste informatie maar heel wat mensen (zoals ikzelf) lopen nog oudere versies.
Nu ja, je blijft voor deze tocht binnen de UTM grid 30T en later, voorbij Lescun wordt dit 31T.
Meer nog dan andere gebieden is deze gids bijzonder nuttig om je een weg doorheen Baskenland te zoeken. Baskenland met zijn veelheid aan wegen, paden, markeringen in allerhande kleuren, het minder uitgesproken relief dan in het hooggebergte
en met kaarten die maar beperkt informatie geven eens op Spaans grondgebied.
Een enkele keer dacht ik:”Ton, je steekt teveel details in je routebeschrijving.” Details die soms eerder twijfel en verwarring oproepen. Andere momenten dacht ik: “Waarom steek je deze info niet in de tekst?”
Zo worden niet alle waterbevoorradingspunten vermeld of er wordt geheimzinnig over gedaan. “Als je deze bron niet vindt vraag het aan de herder”
Bij sommige eindpunten wordt er ook geen advies gegeven waar je de tent wel op zou kunnen stellen.
Nu besef ik ook wel dat het een beetje link is om advies te geven over ieder waterpunt omdat je niet altijd zeker bent van zijn drinkbaarheid en dat iemand die de HRP wil lopen ook niet betutteld moet worden.
Ook zijn plan moet leren trekken als hij eens een keer niet bij de hand wordt genomen om hem een bivakplek aan te wijzen.

Het centraliseren van de veranderingen die je onderweg opmerkt, het zou de houdbaarheid van zijn gids zeker verlengen.
De opgegeven tijden (voor het trajekt wat we hebben gelopen) waren (pauzes niet meegerekend) een goede maatstaf.
Al bij al een bijna noodzakelijke gids die naast de route ook alternatieven aanreikt mocht het weer tegen zitten.
Ik kan hem alleen maar aanraden.

Reacties

Populaire posts